Het is ochtend, 11:30. Mijn baasje staat op en loopt naar de gang. Ik weet precies hoe laat het is, maar ik wacht netjes tot ze me vraagt om mee te gaan. Je weet maar nooit, straks mag ik niet mee. Pfoe, dat zou een teleurstelling zijn.
‘’Ziggy, kom je?’’ Mijn baasje staat in de deuropening. Ik ren naar de gang en spring heen en weer. Ik vind het spannend buiten. Pfoe, ik voel het nu al. Ik blaf naar
mijn baasje en spring tegen haar op. Ondertussen rommelt ze in de kast naar mijn tuig. Wat is ze ook een slordervos, zeg!
Het tuigje komt tevoorschijn en flup daar gaat het al om mijn hals. Ze doet haar headset
op en ze drukt op een paar knopjes op die telefoon van haar. Tijdens onze ochtendwandeling luistert ze altijd naar een podcast. Daar wordt ze rustig van, zegt ze. Ik snap dat niet. Dat geblablabla.
We gaan op weg. Ik huppel lekker aan een losse lijn met baasje mee over het grindpad. Ik
snuffel waar ik maar kan. Hier en plas graag over grassprietjes, achtergelaten karton en andere dingetjes heen. Tsja, ik blijf een reu eh .
We lopen voorbij de speeltuin en mijn baasje neemt me mee naar één van de
toestellen. Ze gaat even zitten. Dat doet ze wel vaker als ze iets hoort dat haar emotioneel raakt in de podcast. Dan moet ze even gaan zitten om het te verwerken. Ze klikt mij los en ik scharrel heerlijk door het gras achter de
speeltuin.
Ineens hoor ik iets. Nagels? Ik heb hier een slecht voorgevoel over…..
Ik gooi mijn staart omhoog, mijn oren gespitst of ik iets hoor. Daar, in de verte, zie ik iets aankomen. En snel ook. Een wit monster. De haren in mijn nek gaan overeind staan. Dit is niet goed. Dit wil ik niet. Dit vind ik niet leuk.
Zie, ik hou niet zo van honden. Eigenlijk helemaal niet. Mijn vrienden zijn oké, maar onbekende honden? Die mogen wat mij betreft lekker oprotten.
Het witte monster komt recht op mijn af gerend en staart me aan. Ik maak me klaar voor de strijd. Oprotten jij! Denk ik. Mijn baasje ziet het witte monster ook en lijnt me aan. Ze gaat pal voor me staan. Schouders naar voren, kin
omhoog. Ze haalt diep adem.
‘’Wegwezen, oprotten jij!’’ Roept mijn baasje. Ik sta veilig achter haar. Pfieuw, gelukkig zegt zij het. Dan hoef ik het niet te doen. Ik vind het best
wel spannend om mijn grenzen aan te geven.
Het baasje van het witte monster komt sloffend aangelopen. Het lijkt hem
helemaal niets te interesseren. ‘’Hij doet niets hoor,’’ mompelt hij. Mijn baasje kijkt hem recht aan. ‘’Dat doet er niet toe, hij vindt dit niet leuk,’’ zegt ze geïrriteerd en ze wijst naar mij. De man haalt zijn schouders op en
loopt door. Het witte monster probeert om mijn baasje heen te lopen. Naar mij toe.
‘’Nou ben ik er klaar mee, oprotten!’’ Roept mijn baasje luid. Ik ben lekker aan het snuffelen achter haar benen, baasje lost het wel op. Ze zet een stap richting het monster en het monster draait weg. Gelukkig. Ik kijk haar aan
en begin te kwispelen. ‘’Dankjewel baasje!’’ Ik knipper naar haar en ze knippert terug. Bah, wat een stress.
Baasje lijnt me aan en samen lopen we verder. Ik trek een paar stappen hard aan de lijn. Baasje pakt wat koekjes uit haar zak, trekt mijn aandacht en strooit een paar in het korte gras. Ik snuffel ze snel op, bij elke snuffel wordt mijn ademhaling dieper en langzamer. Ik schud. Weg spanning. We lopen verder, de ochtendzon tegemoet. Ik weer aan een lange lijn. De man en het monster zijn we allang weer vergeten. Alles wat je aandacht geeft, groeit
immers. En die man met dat monster mogen zo klein mogelijk blijven. Ieniemienie. Meer zijn ze niet waard.
– Was getekend, DJ’s All Time Favourite Ziggy
(Dat heb je als je geen stamboom hebt en je baasje zelf je naam kiest.
Krijg je dit soort pretentieuze bullshit :P.)
Heb jij een reactieve hond? Laat mijn baasje je helpen!